Kaart niet beschikbaar

Datum/Tijd
07-06-2024
19:30 - 22:00

Locatie
LooHorst Landscaping B.V.

Categorieën


Geloven: plicht of gave? | Het licht van Dordt in een donkere tijd

Op deze kringavond, die op D.V. 7 juni 2024 gehouden zal worden, hopen we samen na te denken over het geloof. Ds. A. van Voorden hoopt een inleiding te houden over dit onderwerp, waar de laatste tijd veel discussie over is. Hieronder wordt een introductie op het onderwerp gegeven.

Het vraagstuk waar deze lezing over gaat heeft oude papieren. Al rond het jaar 400 na Christus leerde Pelagius dat de mens een vrije wil heeft en zelf kan bepalen of hij gelooft of niet. Aan het begin van de 17e eeuw vlamde deze discussie opnieuw op onder leiding van Arminius. De Dordtse synode heeft zich in die tijd duidelijk uitgesproken tegen de Arminianen, ofwel Remonstranten.   

Helaas is er ook vandaag de dag weer veel verwarring. Er wordt vaak over geschreven en dit roept veel reacties op. Onder velen van ons leven de vragen: hoe moet ik geloven? In hoeverre is geloof Gods werk en in hoeverre is het mijn eigen verantwoordelijkheid? Hoe weet ik of ik het ware geloof heb? Het doet ons weleens uitroepen: Wat is nou waarheid?!  

Wezenlijke vragen, die om een antwoord schreeuwen! Want het gaat over de weg der zaligheid. Aan de ene kant is er de wet, die eist en vloekt. Dit is het werkverbond. Aan de andere kant is er het Evangelie, dat belooft en geeft; het genadeverbond. Door de wet kunnen wij nooit meer zalig worden, hoewel God nog steeds volmaakte gehoorzaamheid van ons eist. De enige Weg waardoor wij zalig kunnen worden is Christus. Gods Woord spreekt tot ons: de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden (Joh. 1:17). Het middel daartoe is het geloof. Dat geloof wordt door God Zelf uit genade gewerkt (Ef. 2:8). Kan het geloof dan nog van ons geëist worden zoals van ons wordt geëist dat we de wet houden? Of moeten we het geloof alleen zien als een genadegave, die God zonder ons in ons werkt? 

Sprekersvragen

  1. Wat is een waar geloof wat is schijngeloof?  
  2. Wat staat er in de Bijbel over de plicht om te geloven?   
  3. Wat is de verhouding tussen geloof en bekering?  
  4. Als er gezegd wordt dat een mens moet geloven, wordt er dan van het genadeverbond een werkverbond gemaakt?  
  5. Kan een mens uit zichzelf geloven? Zo ja, hoe dan? En zo nee, wat kan een mens dan wél doen?  
  6. Welke gevolgen heeft de leer van het remonstrantisme voor andere Bijbelse zaken (bv. afval van heiligen, Gods eer/eigen zaligheid, enz.)?  

Voorbereiding

We raden je aan om ter voorbereiding op de lezing de volgende bronnen door te nemen:

  • Bunyan, J. (1993). Komen tot Jezus Christus. Uitgeverij J.J. Groen en zoon – Leiden. Hoofdstukken 2 (eerste helft), 9 en 11.   
  • Dordtse Leerregels (m.n. artikel 1.16 en 3/4.12)  
  • Rongen, G. van, (1986). De Westminster confessie (2e druk). Barneveld: Uitgeverij De Vuurbaak. Pag. 43-44, 47-50 en 52-53 (H7, 9, 10, 11, 14 en 15 van de grote Westminster catechismus).  
  •  Stolk, M., en Jong, A. de, (2023, 4 februari). Elkaars nieren proeven over preek en pastoraat, Reformatorisch Dagblad
  • Mattheüs 13: 1-23; Mattheüs 25: 1-13; Johannes 3: 1-21