In deze nieuwe rubriek ‘Uit het archief’ worden oude artikelen uit de Fundamenteel opnieuw geplaatst. In deze uitgave is een bijdrage over het huwelijk opgenomen van drs. R.A. van der Garde uit Fundamenteel 18.5 (juli 2010). Hij beschrijft niet alleen de oorsprong van het huwelijk, maar hij gaat ook in op het komen tot een goed huwelijk. De auteur besluit zijn artikel met de vermelding van het onuitsprekelijke wonder wanneer er een drievoudig snoer in het huwelijk mag zijn.

 

Het huwelijk is een paradijsbloem. Daarmee willen we zeggen dat het een instelling van God is, die stamt uit het paradijs, de staat der rechtheid, en die Hij na de val nog in stand houdt. Adam mocht niet alleen blijven (Genesis 2:18). De Heere wilde hem een levensgezellin schenken, opdat hij een nageslacht zou ontvangen. De Schepper handelde daarbij naar Zijn vrijmacht vriendelijk en wijs. Hij bracht de dieren tot Adam, opdat hij ze namen gaf en tegelijkertijd zag Adam dat de dieren tot hem kwamen als paartjes. Adam vond echter geen ‘hulpe die als tegenover hem ware’. Adam heeft toen niet geklaagd dat hij alleen was, maar de Heere werkte daardoor wel een zuivere behoefte naar een ander. De schepping kon nog tot hogere volmaaktheid gebracht worden door hem een vrouw te schenken. God deed toen een diepe slaap op Adam vallen, nam een rib van zijn lichaam en sloot de plaats toe met vlees. De Heere bouwde de rib, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw. Zo bracht God de vrouw tot Adam. Hij kon zeggen dat dit been van zijn benen was en vlees van zijn vlees en hij noemde haar Manninne. ‘Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn’ (Genesis 2:24). Toen sprak de Heere dat het zeer goed was. Met recht kan gezegd worden dat het eerste huwelijk in de hemel gesloten is.  Het is gesloten in de tegenwoordigheid des Heeren; als het ware voor Zijn troon.

 

Na de val gebleven

Het huwelijk is na de val gebleven. Wie zal Gods wijs beleid doorgronden? Hoewel we moeten zeggen: ‘God is groot en wij begrijpen het niet’, toch mogen we wel een paar redenen opnoemen waarom de Heere het huwelijk in stand gehouden heeft:

  1. Zijn soeverein welbehagen.
  2. De verheerlijking van Zijn Naam.
  3. Het Zaad der vrouw (Christus) moest worden voortgebracht in de weg van een reeks huwelijken totdat Maria geboren was.
  4. Er moest ook een Godgeheiligd zaad voortgebracht worden: Zijn uitverkorenen.
  5. Zijn goedheid over het menselijk geslacht. Het huwelijk is een weldaad die gelaten is na de val, hoewel het niet meer is zoals in de staat der rechtheid.
  6. De Heere wilde de ongebondenheid van de gevallen mens beteugelen.

 

Verbond haars Gods

Het huwelijk wordt, als het gaat over de vrouw, ‘het verbond haars Gods’ genoemd (Spreuken 2:17). Daarmee wordt in ieder geval uitgedrukt dat God een hoog opzicht over het huwelijk heeft en dat het gebaseerd moet zijn op trouw. Het huwelijk is een trouwverbond. De getrouwden beloven voor Gods aangezicht elkaar nimmermeer te zullen verlaten. Na de genadige ontferming door God in Christus is er geen grotere weldaad dan een goed huwelijksleven. Het bederf van het beste is echter het slechtste. Welk een smart en ellende is er als het huwelijksleven niet goed is. Hoe vreselijk is het ook een huwelijk te verbreken door echtscheiding en echtbreuk. Door de zonde is alles verdorven. De vorst der duisternis is er ook op uit om deze paradijsbloem te verderven. Dat merken we in deze tijd maar al te veel.

 

Komen tot een huwelijk

Hoe komen we tot een huwelijk? Om op deze vraag in te gaan geven we hierna een gedeelte weer uit Het labyrint der wereld en het paradijs des harten (p. 41-50) van Jan Amos Comenius (1592-1670). In deze zinnebeeldige voorstelling zien we hoe een huwelijk op een onbezonnen wijze begonnen wordt en welke nare gevolgen dit vaak heeft. Hierna volgt de tekst van Comenius.

‘Zij leidden mij nu verder en brachten mij in de straat, waarin naar hun zeggen de gehuwden woonden, opdat ik daar het heerlijke, echtelijke leven goed zou leren kennen. En zie, daar stond een poort, die, naar men mij meedeelde, de Verloving heette; voor de poort was een ruime plaats, waarop grote menschenmenigten van beiderlei kunne, op en neer wandelden en daarbij elkander in de oogen zagen; en niet alleen dat, doch zij namen ook opmerkzaam elkanders ooren, neus, gebit, hals, tong, handen, voeten en andere lichaamsdelen op. Vooral lette men op elkanders zak, geldbuidel, of beurs, terwijl men dan nauwkeurig mat en woog, hoe lang en breed, hoe dik hoe stijf gevuld of licht deze was.

Een ander wenschte zijn tijd niet te verliezen met onderzoek en greep dadelijk naar de eerste de beste; daarna schreed het paar hand in hand naar de poort. Toen ik van deze soort kluchten genoeg gezien had, vroeg ik, wat deze menschen toch eigenlijk uitvoerden, en kreeg van mijn tolk ten antwoord: ‘Het zijn de menschen, die gaarne in de huwelijksstraat willen wonen, maar omdat zij door gindsche poort niet afzonderlijk, doch alleen paarsgewijs worden binnengelaten, moet ieder zich eerst een kameraad uitkiezen.’ (…)

Terwijl ik hen volgde, die men tot de poort had toegelaten, en mee naar binnen ging, viel mijn blik op eenige mannen, op smeden gelijkend, die bezig waren, elk paar, dat binnentrad in verschrikkelijke ketenen te slaan en het eerst, nadat het aldus geboeid was, veroorloofden verder te gaan. Ik lette goed op, dat men de ketenen niet, zooals bij andere gevangenen pleegt te geschieden, met een slot vastgemaakt, doch ze onmiddellijk en gloeiend aan elkander vastgesmeed, geweld en gesoldeerd had, zoodat zij deze gedurende hun gansche leven niet konden losmaken of verbreken. Ik riep uit: ‘O, allergruwelijkste gevangenschap!’ Mijn tolk antwoordde: ‘Zeker deze band is de hechtste van alle menschelijken banden; maar men behoeft er daarom niet bevreesd voor te zijn. Want deze stand biedt zooveel zoete vreugde, dat men zich gaarne het juk laat welgevallen.’ (…) Terwijl ik eenigen uit hen, die daar verzameld waren, goed opnam, speelde zich een waar tragedie voor mijn oogen af. Het waren stellig menschen, wel verbonden door den echtelijken band, doch niet gelijk van wil. Sommigen redetwistten er lang over, of zij rechts, dan wel links zouden gaan; daar echter ieder hardnekkig volhardde, waarin hij wenschte te gaan, wendde de een zich met veel geweld naar deze, de andere naar gene zijde; zoo sleurden zij elkander over en weer en het was een droevig schouwspel te zien, hoe men streed om den ander af te dwingen de zelfgekozen richting te volgen.

Degenen die zich in deze jammerlijke toestand bevonden, weenden en zuchtten en riepen uit dat ze van de banden verlost zouden worden. Ik zei: ‘Kan dan volstrekt geen hulp verleend worden?’

‘Dat is onmogelijk, zij moeten bij elkander blijven, zoolang zij leven.’ ‘O, wat een gruwelijke gevangenschap en slavernij!’, riep ik uit. Waarop mijn tolk opmerkte: ‘Waarom hebben zij den beslissenden stap van tevoren niet beter overdacht?”1

 

Waarschuwingen

Mede naar aanleiding van deze tekst willen we een aantal waarschuwingen noemen die van belang zijn bij verkering en huwelijk.

  1. Als de Heere niet in waarheid benodigd wordt bij de keus van een man of vrouw, is de zaak zeer bedenkelijk. Lodewijk van Renesse (1599-1671) zegt: ‘Godzaligen ontvangen een vrouw door het ingeven des Heiligen Geestes en ongelovigen door het ingeven der natuur. Alles ligt echter besloten onder Gods almachtige besturing.’ Er is als het ware een stem uit de hemel die zegt: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij.’ Alle misbruik komt van de zondige mens bij wie de vorst der duisternis onder de toelating zijn kwalijke werk doet. Luther zegt: ‘Indien God niet Zelf een man of een vrouw geeft, dan is het twijfelachtig in het huwelijk. Want er staat niet dat Adam een vrouw vond, maar dat God hem een vrouw toebracht. Dit lezen we niet van de dieren. Daarom als men zich in het huwelijk wil begeven, dan is het noodzakelijk dat er gebed voorafgaat of de Heere dit wil besturen’. Hierbij moeten we opmerken dat het niet alleen een zaak des gebeds van de jongeren moet zijn, maar ook van hun ouders.
  2. Begin geen huwelijk uit medelijden met de ander. Je wilt het dan niet uitmaken, omdat je bang bent dat de ander dat zo erg zal vinden. Bedenk dat een ongelukkig huwelijk voor beiden verschrikkelijk is.
  3. Ga geen relatie aan uit angst om over te blijven. Dan gaat het niet om de ander, maar om getrouwd te zijn.
  4. Een huwelijk op basis van een romantische liefde heeft een ondeugdelijk fundament. Het gaat om liefde tot de ander als persoon en om die persoon ook heel het leven trouw te blijven. Lees over de liefde in 1 Korinthe 13:4-8.
  5. We moeten waarschuwen voor verkering op te jonge leeftijd. Zolang jongeren nog geen 17 of 18 jaar zijn, kunnen ze nog een behoorlijke ontwikkeling doormaken. Dat kan leiden tot veranderingen, waardoor personen die ruim voor die leeftijd verkering hebben, uit elkaar groeien. Bovendien heeft men dan doorgaans wel erg lang verkering, hetgeen allerlei gevaren met zich meebrengt.
  6. Grijp niet vooruit op het huwelijk. Het is in strijd met het zevende gebod (‘zou ik zo’n groot kwaad doen en zondigen tegen God?’). Daardoor roep je Gods toorn over jezelf en het huwelijksleven in.
  7. Treed niet in het huwelijk om moeilijkheden thuis te ontvluchten. Dat leidt vaak tot onbezonnen stappen.
  8. Sluit geen huwelijk zonder toestemming van de ouders. Degenen die tot een huwelijk komen, moeten er alles aan doen om de toestemming van hun ouders te verkrijgen als dat onverhoopt moeilijk zou liggen. Ouders mogen uiteraard geen huwelijk tegenhouden om allerlei ondergeschikte redenen. Het niet verlenen van toestemming door ouders mag alleen om zeer gewichtige zaken. Daar behoren in ieder geval niet geld, status, baan of uiterlijk onder.

 

Communicatie

Voorafgaand aan en tijdens het huwelijk is het spreken met elkaar van grote betekenis. Hiermee bedoelen we niet het praten over koetjes en kalfjes. Het is in dit verband nodig om lagen in de communicatie te noemen. We onderscheiden er drie. De eerste betreft de huis-, tuin- en keukengesprekken. Dit is de meest oppervlakkige laag. De tweede laag betreft gesprekken over problemen op je werk en thuis. Praten over solliciteren, volgen van cursussen, de opvoeding van kinderen, de zorgen die je hebt. De derde laag gaat over strikt persoonlijke zaken en diepere drijfveren. Het gaat bijvoorbeeld over je moeite met je karakter, je gevoelens van angst en eenzaamheid, je diepste verlangens, je blijdschap, verdriet, zwakke kanten, enzovoorts. Hier horen ook de godsdienstige zaken bij. Kon en mocht het zijn dat er gesproken kon worden over de daden des Heeren in je persoonlijk leven. De weg der ontdekking, maar ook de ontsluiting van de weg der zaligheid, ja wat meer is, de kennis van Christus als die dierbare Goddelijke Persoon. Hoe weinig kan er gesproken worden met Hem van Wie de Kerk mag belijden dat Hij blank en rood is en de banier draagt boven tienduizenden.  Hoe gering is het aantal dat kan zeggen dat Hij van de Vader gegeven is. Waar komen we ze nog tegen die de derde Persoon in het aanbiddelijk Goddelijk wezen hebben mogen leren kennen als die dierbare Persoon die de zaligheid in Christus en het kindschap verzegelt en doet roepen: ‘Abba, Vader?’

Voor communicatie is het nodig dat een (echt)paar tijd heeft voor elkaar. De een moet de ander ook serieus nemen en gelegenheid bieden om het ‘eigen verhaal’ te vertellen. Er moet zijn een verdiepen in de leefwereld van elkaar, een luisteren naar elkaar op een open en onbevangen manier. Irritaties over en weer moeten besproken worden. Het zogenaamde ‘opzouten’ is hier funest. Maak dingen die je dwars zitten bespreekbaar. Dat mag niet op een verwijtende manier gebeuren. Meningsverschillen moeten op een oplossingsgerichte manier uitgepraat worden, maar haal geen oude koeien uit de sloot. De zon mag ook niet ondergaan over uw toorn. Verder is egoïsme zeer nadelig voor het huwelijk. Het draait dan allemaal om mijn persoon. Zeg niet: ‘Je bent precies als je vader, ook zo’n zeurpiet.’ Trek niet snel conclusies: ‘Hij zal wel…….’ Raad geen gedachten, maar vraag: ‘Wat bedoel je?’ Vermijd bij een conflict woorden als: ‘altijd’, ‘nooit’, ‘jij weer’, enzovoorts. Bedenk dat de manier van zeggen erg belangrijk is en ook de houding die je daarbij aanneemt. Het is immers de toon die de muziek maakt. Spreek ook je waardering uit over zaken waar je tevreden over bent. Vriendelijke en liefkozende woorden doen heel veel. Het moet natuurlijk wel gemeend zijn.

Houd rekening met de gevoelens van de ander; je inleven in de denk- en gevoelswereld van elkaar is noodzakelijk. Met zwakheden en gebreken van de ander moet geduld betracht worden. Spreek met anderen niet negatief over je huwelijksleven en in het algemeen zijn negatieve spottende opmerkingen over het huwelijk verkeerd. Ook geen opmerkingen maken tegen de ander als: ‘Je vindt hem/haar zeker aardiger.’

 

Verzoekingen

Al eerder is gewaarschuwd voor het vooruitgrijpen op het huwelijk. Breng elkaar niet in verzoeking. Let op de kleding en wees niet te lang alleen bij elkaar. De normen en waarden van onze tijd zijn wat dit betreft volkomen in strijd met Gods woord. We moeten echter vast houden aan de Bijbelse normen.

Verder moet in dit verband gevraagd worden op welke plaatsen we onze toekomstige man of vrouw zoeken. Gaan we op zaterdagavond naar de plaatsen der ijdelheid om zo tot een huwelijk te komen? Dat kan toch nooit overeenkomen met hetgeen Lodewijk van Renesse en Luther hierover zeiden? Zie hiervoor punt 1 van de waarschuwingen. Let ook op je taalgebruik. Kan dat de toets van Gods Woord doorstaan, ook wat het huwelijksleven betreft? Verder willen we ernstig waarschuwen tegen het ongeoorloofd gebruik van internet en het zien van dvd’s.

 

Kerk en godsdienst

Zorg ervoor dat je wat kerk en godsdienst betreft op één lijn zit met elkaar.  Spreek daar veel over, zeker als je van verschillende kerken bent. Kies niet voor een andere kerk tegen je geweten in. De redenen kunnen zijn dat het de weg van de minste weerstand is, of dat het er in die andere kerk allemaal veel gemakkelijker naartoe gaat: geen regels over haardracht, internet, trouwjurk, en er zijn daar veel meer ‘bekeerde mensen’. Wees toch voorzichtig! Je kiest ook voor je nageslacht als je dat mag ontvangen. Bij het veranderen van kerk word je ook geen lid van een dominee, maar van een kerkverband. Kerkisme is verkeerd, maar gemakkelijk van kerk veranderen is ook ten zeerste af te keuren. leder kerkverband kent zijn gebreken. Het gras lijkt bij een ander vaak groener dan bij onszelf. Je komt er vaak te laat achter dat het een vergissing was. Een volmaakte kerk wordt hier niet gevonden, maar zoek wel de kerk die het dichtst komt bij hetgeen Gods Woord ons openbaart aangaande leer en leven.

 

Ongehuwd blijven

De apostel Paulus zegt dat alleen diegenen ongehuwd mogen blijven die de gave der onthouding hebben. Het komt echter voor dat deze gave er niet is gave er niet is en dat een man of vrouw niet tot een huwelijk kan komen. Dat is doorgaans een zware weg. Het is immers niet goed dat de mens alleen zij. De Heere kan dit kruis echter wel opleggen. Zoek in dezen toch om dit kruis onderworpen te mogen dragen en geen verkeerde stappen te nemen. Bij dat laatste hoort ook het komen tot een huwelijk met een persoon waar je eigenlijk niet veel voor voelt.

 

Bij het aangaan van een huwelijk

Hiervoor is Genesis 2:24 al geciteerd. Daar lezen we immers dat de man vader en moeder zal verlaten en zijn vrouw aankleven. Bij het aangaan van een huwelijk zijn liefde en trouw onmisbaar. De Heere heeft een nauw oog op Zijn eigen instelling. Welk een ellende roepen we over onszelf, onze echtgenoot/ echtgenote en onze kinderen af als we gaan scheiden. Tijdens de kerkdienst is met ede beloofd dat we de ander nimmermeer zullen verlaten. Immers, de huwelijke staat behaagt aan God en de Heere Jezus heeft de bruiloft te Kana vereerd met Zijn tegenwoordigheid. Het moet in het huwelijk niet gaan om een romantische, maar een dienende liefde; het moet ook een trouwverbond zijn.

 

Het huwelijk

In het huwelijk dienen de echtgenoten elkaar bij te staan. Als ze kinderen mogen krijgen, moeten ze die opvoeden in de vreze des Heeren. Daar hoort ook de huisgodsdienst bij. Kenmerkend voor de huisgodsdienst zijn de volgende punten:

  1. Onderwijs vanuit Gods Woord en zorgen voor gedegen Bijbelkennis; ook inprenten van Bijbelkennis;
    2. Het gebed is onmisbaar in de opvoeding;
    3. Onderwijs in de leer is noodzakelijk; gebruik al jong eenvoudige vragenboekjes en herhaal ‘Hellenbroek’ ook als het geen catechisatieseizoen is;
  2. Breng kinderen kennis van de kerkgeschiedenis bij en maak ze bekend met de wonderen van de Allerhoogste in de geschiedenis en in de bekering van (jonge) mensen;
  3. Breng hen liefde voor de natuur bij en verwijs daarbij naar de grote Schepper aller dingen;
  4. Zing dagelijks psalmen in het gezin (bijvoorbeeld tijdens de maaltijden) en neem daar op zon- en feestdagen meer tijd voor.

 

Bedenk ook wat de Bijbelse plaats van de vrouw is. Het huwelijk moet immers een afschaduwing van Christus en Zijn gemeente zijn. Zoek in tegenspoed en kruis je nood de Heere voor te leggen en vraag om onderwerping en om heiliging van de smart. In dit verband denken we ook aan kinderloosheid. Hoe zwaar kan dit kruis zijn! De Heere gedenke ook deze echtparen. Wat is kwaadwillige verlating of overspel door de man of de vrouw een verschrikkelijke zaak. Het komt in toenemende mate voor onder ons dat de vrouw of de man alleen voor de opvoeding komt te staan vanwege echtscheiding.

Leef sober en maak met elkaar goede afspraken over geldbesteding. Als één van de twee niet goed in staat is de financiën te beheren en wordt er te veel geld uitgegeven, dan is het nodig dat daarover ge- sproken wordt met elkaar. Vraag daarbij begeleiding van een boekhouder die in staat is dit verantwoord te doen. Het kan ook zijn dat het beheer van de financiën neergelegd wordt bij een van echtelieden die daar het beste mee omgaat.

 

Gebed voor pas getrouwden

De Heere geve dat er een drievoudig snoer mag zijn als we tot een huwelijk komen of als we getrouwd zijn. Welk een onuitsprekelijk wonder is dat.

Dan kan het onderstaande gebed van Dionysius Spranckhuysen als de Heere het geeft hartelijk gebeden worden. Hoe droevig is onze staat als we de eerste alinea van dit gebed niet op rechtsgronden kunnen meebidden!

‘Eeuwige, almachtige God, barmhartige hemelse Vader. Schepper, Onderhouder en Regeerder van alle dingen, Liefhebber der mensen. Wij loven en danken U, dat Gij ons niet alleen zo wel geschapen, maar ook zo genadiglijk naar ziel en lichaam hebt bewaard van onze ontvangenis en geboorte af tot deze huidige dag toe. En dat Gij ons begenadigd hebt met de zaligmakende kennis van Uw Zoon, Heiland Jezus Christus, door de Heilige Geest. Bij alle voorgaande weldaden, hebt Gij nog deze gevoegd, dat Gij onzer beider harten en lichamen aan elkander in de echt hebt verbonden. Wil ons om Christus’ Uws Zoons wil bewaren bij een vast geloof, een gestadige liefde en een onbewegelijke hoop, opdat wij U mogen leven, U mogen sterven en in U één mogen zijn.

Gij zijt een rein en onbevlekt Wezen. Gij hebt een welgevallen in kuise harten. En Uw lust is onder de leliën te weiden. Daarom bidden wij U, o Heere, bewaar ons toch voor alle boze lusten en onreine vermenging, alsmede voor alles wat ons daartoe zou mogen ontsteken, opdat wij voor U een goede consciëntie mogen behouden. En daar Gij het zijt, genadige Vader, die de onvruchtbare doet wonen in een vol huisgezin en maakt, dat zij blijde vaders en moeders worden van vele kinderen, als het ons tot zaligheid dient, o Heere, zo wil ons laten zien de vrucht van onze lichamen. En geef dat wij die naderhand godzalig mogen grootbrengen, teneinde door ons huwelijk niet alleen deze wereld vermeerderd worde, maar ook het Rijk van Uw Zoon, Jezus Christus.

Wij weten wel, Heere God, dat Gij een bijzonder behagen hebt in deze drie schone stukken: Wanneer broeders één zijn, de naburen elkander liefhebben en man en vrouw zich met elkander goed verdragen. Wil ons dan verbinden in enigheid des Geestes, door de band des vredes. Niet alleen aan onze bloedverwanten en geburen, maar inzonderheid aan elkander. Weer de satan, weer alle venijnige tongen, zodat zij geen twist onder ons zaaien, noch ons tegen iemand anders ophitsen. En als het zou gebeuren, dat wij door zwakheid overrompeld in enige misstand vielen, Heere, laat ons daarin toch niet blijven steken en verstikken, maar als Gij de toorn tussen ons ziet oprijzen, laat deze toch altijd voor zonsondergang weer ondergaan. Verleen ons ook ons dagelijks brood. Maak ons wakker in ons beroep om vlijtig te arbeiden en in het zweet van ons aangezicht ons brood te eten. Strek Uw zegen uit over onze nering en hantering. Geef ons een dankbaar hart tot U en een mild hart tot onze naaste, opdat wij van Uw zegen de nooddruftige gaarne mededelen. Behoed ons huis en onze hof en alles wat Gij ons verleend hebt voor alle ongevallen. Bewaar ons voor ontrouw in huisgezin, knechten en dienstboden. Bewaar ons voor dieven en moordenaars, voor brand en watersnood, voor pest en schadelijke ziekten, voor overrompeling door onze vijanden, voor alle schade en schande. Wil Uw heilige engelen als bolwerken rondom ons legeren, dat zij ons op al onze wegen behoeden en op hun handen dragen, opdat wij onze voet aan geen steen stoten. En aangezien elk huisgezin zijn kruis heeft en de huwelijke staat vanwege de zonden aan menigerlei verdriet is onderworpen, zo verleen ons, Heere, geduld en lijdzaamheid. Leg ons niet meer op, dan Gij weet dat wij kunnen dragen. Maar wil met alle verzoekingen een zalige uitkomst geven, opdat wij de overwinning mogen behouden. En dat wij na de loop van dit tijdelijke leven, hiernamaals het eeuwige leven mogen beërven om Christus’ Uws Zoons wil, Die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid, AMEN’.2

 

Bronvermelding:

  1. Comenius, J.A. (1978). Het labyrint der wereld en het paradijs des harten, p. 41-50
  2. Sprankhuysen, D. (z.d.). Sions troostfontein. Stichting “Uit Bethlehems bornput”.