Jan van Klinken

In de twintigste eeuw is gebleken dat we bijna alles kunnen met de wetenschap en techniek. Energie opwekken uit bijna niets. De maan staat niet te ver weg voor de mens. Zelfs het ‘maken’ van levende wezens lijkt niet onmogelijk te zijn. Dit zijn enkele grote voorbeelden die ons wat te zeggen hebben. Maar ook in ons dagelijks leven als gebruiker of ontwerper van de techniek is bezinning op de toekomst van de techniek niet overbodig.

In een uitgebreid artikel in de themabundel van af- gelopen verenigingsjaar is de moderne techniek aanbod gekomen1 . Velen zien veel in deze toekomst, omdat men teveel van de moderne techniek verwacht. De macht van de techniek is immers groot, maar het misbruik ook.

De moderne techniek

Door de integratie van de wetenschap en de techniek, heeft de techniek vanaf het begin van de 19e eeuw een hele andere plaats gekregen in de samenleving. Het idee van de technische heilsverwachting werd door de Verlichtingdenkers versterkt en schoot wortel in een steeds meer seculariserende samenleving. Gepaard gaande met sterke uitbreiding van de industriële mogelijkheden ontstond langzamerhand de moderne techniek in het begin van de vorige eeuw. In de westerse wereld moest het eeuwenoude christelijke verlossingsmotief plaats- maken voor verlossing door de techniek. Alles moest gericht zijn op het verwezenlijken van een technisch paradijs op aarde.

Kenmerkend voor de moderne techniek is de sterke invloed van de exacte en technische wetenschap. Ze zijn niet meer te scheiden van elkaar, in tegenstelling tot vroeger. De moderne wetenschap en techniek wordt daarom ook gekenmerkt als rationeel en kunstmatig. De hele natuur wordt herleid tot een systeem, waarvoor de natuurwetten gelden. Voor het irrationele, het gevoel en creativiteit is steeds minder plaats. Binnen deze techniek is ook sprake van  automatisme. Wetenschappelijke ontdekkingen worden dan gelijk toegepast. Het lijkt gewoon logisch dat ze worden toegepast. Er is geen plaats meer voor verantwoordelijkheid voor de schepping en onze naaste. Alles wat kan, lijkt ook te mogen. Het laatste kenmerk van de moderne techniek dat ik wil noemen is zelfversterking. Omdat heel de cultuur onder invloed van de techniek staat, heeft een nieuwe technische uitvinding gevolgen voor de hele maatschappij. Bij bijvoorbeeld de komst van de computer kunnen we een verandering in alle takken van de maatschappij waarnemen. We moeten wel, is een vaak gehoorde reactie.

Door de nauwe relatie tussen wetenschap en techniek is de techniek veranderd en krijgt steeds meer invloed in onze maatschappij. De techniek gaat heersen over de mens, wat we soms duidelijk kunnen zien bij de informatietechnologie.

Vroeger waren er uitvindingen en ideeën, die om economische of technische beperkingen nog niet toegepast konden worden. Voor elke uitvinding was wel een toepassing te bedenken. Er werd dankbaar gebruik gemaakt van de nieuwe ontdekkingen. Tegenwoordig zijn er wetenschappelijk-technische mogelijkheden, die nog op een toepassingen wachten, omdat de toepassingen in de techniek niet meer te bedenken zijn. Als de wetenschappelijke kennis dan wel toegepast wordt, leidt dat vaak tot misbruik van de techniek. De kennis van bijvoorbeeld het klonen, moeten we die ook toepassen?

Een ander punt is dat we tegenwoordig de techniek te goedkoop krijgen, waardoor we er te gemakkelijk mee omgaan. Techniek moeten we vergelijken met goud. Hoe meer we van deze techniek gebruik maken, des te minder is de waarde van de techniek.

Ethiek in de techniek

Er zijn dus grenzen waarbinnen verantwoordelijk gebruik van de techniek valt. Belangrijk is om te weten waar deze grenzen liggen, zodat we goed omgaan met de techniek als ontwerper en ook als gebruiker.

In de technische wetenschap treft men twee sectoren aan. Het uitvinden en ontwerpen van de techniek, en de technische uitvoering van het ontwerp. De aandacht van de mens in zijn vrijheid komt vooral te liggen bij het ontwerpen en uitvinden. De technische uitvoering zal geheel geautomatiseerd worden. Het bestrijden van de misbruik van de techniek, het technicisme en de vertechniseringsverschijnselen kunnen alleen effect hebben als er aandacht geschonken zal worden aan het ontwerpen van de techniek. Dit gedeelte van de technische wetenschap, dat zich richt op het kennen van de techniek is een cultuurwetenschap. De ingenieur of technisch ontwerper moet zijn werk doen in relatie met de bestaande cultuur. Het toepassen van de moderne techniek leidt tot enorme veranderingen in een cultuur, waardoor een cultuur verwoest dreigt te worden. Een voorbeeld is de vele mislukte toepassingen van de westerse techniek in derde wereld landen. Naast het ontbreken van de kennis, botst ook vaak de moderne techniek met de cultuur zodat men liever met hun oude en bekende techniek verder gaat. Daarom spreekt men binnen de ontwikkelingshulp ook wel van aangepaste technologie, de techniek aangepast aan de vaak ‘primitieve’ cultuur. Maar te meer geldt deze cultuurwetenschap voor de westerse wereld. De dynamiek van de moderne techniek leidt tot steeds meer negatieve veranderingen in de cultuur en de maatschappij.

Ook dient de technische wetenschap een normatieve wetenschap te zijn. De uitvinder dient recht te doen aan de normen met betrekking tot de techniek en de natuur. Normen zijn ook onmisbaar in de techniek. De moderne techniek is immers gemakkelijk te misbruiken en de gevolgen kunnen enorm zijn. We dienen bij het toepassen van een wetenschappelijke ontdekking ons af te vragen of het wel verantwoord is datgene wat we weten en kunnen toepassen ook wel mogen toepassen. Het automatisme van de moderne techniek biedt geen plaats voor deze bezinning.

Normen voor de techniek

De techniek moet volgens dr. ir. E. Schuurman aan een zevental normen- beginselen voldoen:

De eerste norm waaraan een wetenschappelijk-technische ontwikkeling moet voldoen is de cultuurhistorische norm. Deze kan gezien worden als een balans voor de toepassing van de techniek. De balans tussen bijvoorbeeld kleinschaligheid en grootschaligheid. Drinkwatervoorziening gebeurt grootschalig. Gebeurt dit kleinschalig dan zouden velen gebrek aan water hebben. Het juiste evenwicht van de toepassing van de techniek leidt tot variatie in de cultuur en verrijkt deze.

De volgende norm is talige en sociale norm, de norm van duidelijkheid en openheid. Over elke technische vernieuwing moet openheid worden verschaft. Door aandacht te geven aan informatie en communicatie krijgt de verantwoordelijkheid van allen meer inhoud.

Als derde wordt genoemd de economische norm, efficiëntie en rentmeesterschap. Een te eenzijdige benadering van de efficiëntie leidt tot economische overheersing omdat alleen maar het maximale winststreven in oog wordt gehouden. Deze economische overheersing heeft verwaarlozing en uitbuiting van de schepping tot gevolg. De juiste benadering van deze norm bestaat in het economische omgaan met de grondstoffen, energieverbruik, natuur, milieu, landschap, dieren en zelfs mensen die bij de ontwikkeling betrokken zijn.

Een technische ontwikkeling moet ook passen binnen de norm van harmonie. Een geleidelijke invoering van nieuwe technische ontwikkelingen past hier binnen. Volgens deze norm dient de techniek zich aan de mens passen en niet andersom, wat we vaak bij de computer zien.

Volgens de rechtsnorm moet elke ontwerper en uitvoerders van de techniek zich afvragen of hun bijdrage wel recht doet aan de natuur, aan de maatschappij, de cultuur enz. Vanuit de politiek moet deze norm worden beschermd.

Al deze normen worden verdiept en ontsloten als men zich houdt aan de norm van zorg en liefde. Liefde voor onze naaste en de schepping. De laatste norm is de geloofsnorm waaraan een wetenschappelijk-technisch ontwikkeling moet voldoen. In eerste plaats houdt deze norm een geloven in God in en een vertrouwen in zijn opdracht en daarna ook het vertrouwen dat vanuit het juiste motief, het dienen van het leven, men verantwoord omgaat met de techniek.

De hierboven genoemde normen laten ons zien waaraan de techniek moet voldoen en hoe wij verantwoord kunnen omgaan met het ontwerpen van de technische hulpmiddelen. Met name door de komst van de computer krijgt de techniek een steeds grotere plaats in de maatschappij. De techniek gaat steeds meer heersen over de mens. Kunnen we dit tegenhouden?

De bezinning op het omgaan met de moderne techniek wordt steeds belangrijker.

Literatuur:

Schuurman, Dr.Ir. E. Geloven in wetenschap en techniek. Amsterdam, 1998

Noot:

1 Themabundel 1999, Marinus de Breejen, Techniek, middel of moloch?